Naar inclusief onderwijs
We hebben binnen samenwerkingsverband Stromenland de route naar inclusief onderwijs ingezet. Ons uitgangspunt is dat kinderen zoveel mogelijk naar het reguliere onderwijs gaan. Daarom zorgen we voor goede basisondersteuning op de reguliere scholen, tijdige en deskundige inzet van extra ondersteuning en het tijdig betrekken van jeugdhulp. We ontwikkelen met elkaar initiatieven die ervoor zorgen dat er in het regulier onderwijs meer mogelijkheden ontstaan voor leerlingen met ondersteuningsbehoefte. We willen dat diversiteit in de scholen normaal is en dat ieder kind op eigen niveau kan leren en zich kan ontwikkelen. Heeft een leerling (tijdelijk) meer ondersteuning nodig dan binnen het reguliere onderwijs mogelijk is? Dan kan de leerling naar een school voor speciaal (basis)onderwijs. Het uitgangspunt is dat dit, waar mogelijk, tijdelijk is, en gericht op de terugkeer naar het reguliere onderwijs.
“In Nijmegen werkt samenwerkingsverband Stromenland nauw samen met scholen en Buurtteams en dat levert mooie resultaten op”
Elk kind een goede onderwijsplek: dat is waar samenwerkingsverband Stromenland voor gaat. Djamila, Lotte, Mireille, Roos en Sanne werken vanuit de gedachte dat elk kind een plekje verdient in stadsdeel West. Daarvoor is het nodig om samen continue het gesprek aan te gaan. Om te bepalen wat een school nodig heeft om díe goede onderwijsplek te kunnen bieden. En om elkaar te helpen en ondersteunen bij het realiseren van die onderwijsplek.
Samenwerkingsverband Stromenland bestaat uit vier regio’s: GHUM, Land van Cuijk, Nijmegen en Tussen de Rivieren. Djamila Samusamu is als regiocoördinator bij Stromenland verantwoordelijk voor de regio Nijmegen. “We hebben elke regio opgedeeld in deelgebieden. Deze deelgebieden noemen we in Nijmegen stadsdelen. Dit doen we omdat Nijmegen een stad is waar we heel logisch kunnen aansluiten bij de stadsdelen die er al zijn. Ieder stadsdeel heeft eigen schoolcontactpersonen en een orthopedagoog die nauw samenwerken met de scholen. Binnen de regio en stadsdelen werken we bestuursoverstijgend. Dat wil zeggen dat meerdere schoolbesturen met elkaar samenwerken. Daar zien we de eerste successen van en dat vind ik een goede en belangrijke ontwikkeling.”
Bestuursoverstijgend werken
Sanne Wellen werkt bij Stromenland als schoolcontactpersoon in stadsdeel West en als jonge kind specialist. “Ieder stadsdeel werkt vanuit de vraagstukken en behoeften van de kinderen in dat stadsdeel. Ik zie het als voordeel dat we bestuursoverstijgend werken. In stadsdeel West werken we met twee schoolbesturen en we proberen echt in gezamenlijkheid naar vraagstukken te kijken. Alle kinderen in het stadsdeel willen we thuisnabij naar school laten gaan, wat is daarvoor nodig en hoe kunnen we dat met elkaar realiseren.”
Lotte Seinen is directeur van integraal kindcentrum De Wieken en herkent wat Sanne zegt. “Binnen de stadsdelen werken ook de directeuren van alle scholen samen. We komen een aantal keer per jaar bij elkaar voor overleg. Ook de kwaliteitscoördinatoren overleggen regelmatig met elkaar.” Sanne knikt. “Een voorbeeld is dat we in stadsdeel West voor elke kleuter een passende plek in de wijk zoeken. We willen dat geen kind het stadsdeel uit hoeft voor onderwijs. Het is in stadsdeel West soms een uitdaging om alle kinderen van vier jaar te plaatsen, maar door de goede samenwerking lukt het. Dit is echt een stadsdeelvraag die niet in heel Nijmegen speelt. Met elkaar analyseren we wat de oorzaak is en vooral wat een oplossing kan zijn.”
Roos Peters werkt ook bij Stromenland als schoolcontactpersoon in stadsdeel West. “Dit specifieke signaal hebben we vanuit het stadsdeeloverleg met de kwaliteitscoördinatoren ingebracht in het directeurenoverleg. Als zij dit ook als knelpunt ervaren, maken we samen afspraken hoe we dit oppakken. Wie doet wat en hoe kunnen elkaar ondersteunen. Op die manier kijken we vanuit meerdere lagen en bestuursoverstijgend naar vraagstukken.”
Expertise vergroten en van elkaar leren
Roos vertelt verder. “We werken dus nauw met elkaar samen bij behoeften die in het stadsdeel spelen, maar ook om elkaars expertise te vergroten en specifieke casussen van leerlingen te bespreken. Laatst hebben we bijvoorbeeld samenwerkingspartner Kentalis uitgenodigd. Zij hebben ons meer informatie gegeven over kinderen met een hulpvraag gericht op communicatie. De Bloemberg nodigden we uit om ons meer te vertellen over hun schakelklassen voor nieuwkomers in Nijmegen en voor advies hoe wij deze kinderen goed kunnen ondersteunen binnen ons stadsdeel. En we kijken samen naar specifieke casussen van leerlingen. Bijvoorbeeld als we een leerling vanuit het speciaal (basis)onderwijs willen terugplaatsen op een reguliere school in het stadsdeel.”
Sanne vult Roos aan. “Of als we een leerling hebben bij wie het niet lukt op een school. We maken dan niet meer zo snel de stap naar het speciaal (basis)onderwijs. We kijken eerst binnen het stadsdeel of er een andere school is waar het wel kan lukken.”
Mireille Philips werkt als kwaliteitscoördinator bij kindcentrum TOON en noemt nog een belangrijk voordeel van de nauwe samenwerking. “Elkaar leren kennen en van elkaar weten waar je goed in bent. Als je een plek voor een leerling zoekt, helpt het als je elkaar kent en je weet welke school waar goed in is. Je kunt die school dan gericht benaderen en leren van hun aanpak, zodat je je eigen deskundigheid en vaardigheden vergroot. Je kunt dan ook leerkrachten meer bagage geven en hun handelen versterken waardoor ze sterker in hun schoenen staan. Ook hebben we veel voorbeelden waaruit blijkt dat de schoolcontactpersonen van Stromenland écht iets voor school kunnen betekenen.”
Meedenken en snel schakelen
Roos vertelt meer over de werkwijze van Sanne en haar. “Wij merken dat we in onze rol een heel laagdrempelige partner zijn voor scholen. Voorheen moesten scholen formeel advies en consultatie aanvragen. Dat gebeurt nog steeds, maar daar is een stap vóór gekomen. Scholen kunnen ons makkelijk bereiken om even met elkaar te sparren over een vraag. We zijn nabij en weten wat er op schoolniveau speelt. We kunnen met scholen meedenken en vervolgens snel schakelen door bijvoorbeeld tips en handvatten te geven.”
Lotte ziet nog een belangrijke functie voor Roos en Sanne. “Ik vind de neutrale rol die de schoolcontactpersonen kunnen innemen waardevol. De schoolcontactpersoon heeft een andere relatie met de ouders dan wij als school hebben. De afstand is groter. Als school en leerkrachten zien wij wat er nodig is voor de ontwikkeling van een kind. Soms is dat voor ouders lastiger aan te nemen. Dan is het fijn als de schoolcontactpersoon het beeld van school kan bekrachtigen. En vervolgens de ouders kan begeleiden in het proces en een steun voor hen kan zijn. Voor de ontwikkeling van het kind is een goede samenwerking met ouders essentieel.”
Richting inclusief onderwijs
Djamila vertelt over een andere belangrijke ontwikkeling. “Sinds we werken in stadsdelen, sluit Buurtteams ook structureel aan bij het stadsdeeloverleg. Bij Buurtteams werken gezinswerkers met veel ervaring op allerlei gebieden. Vooral in de thuissituatie kunnen zij vaak veel betekenen. Dit is een fijne ontwikkeling voor onze samenwerking. We merken dat we elkaar beter kunnen vinden en hand in hand hulpvragen kunnen oppakken. Dat zien we als belangrijke stap richting inclusief onderwijs.”
Mireille is het met Djamila eens. “Ik heb regelmatig overleg met de schoolcontactpersoon van Stromenland en de schoolcontactpersoon van Buurtteams. Soms zijn er ook andere externe partners bij het overleg aanwezig. Bijvoorbeeld als we grotere zorgen hebben over een leerling, denken dat er in de thuissituatie ook hulp nodig is of als we denken dat een leerling een arrangement nodig heeft. Dan trekken we samen op. De schoolcontactpersoon van Buurtteams is op een vast moment in de week bij ons op school aanwezig en daardoor een bekend gezicht voor ouders, leerlingen en ons team. De drempel om je hulpvraag te stellen is laag. En ook ik spar regelmatig met de schoolcontactpersoon van Buurtteams. Soms werkt dat écht preventief.”
Aan het einde van het gesprek geeft Djamila een duidelijke samenvatting. “We willen binnen elk stadsdeel een laagdrempelig netwerk van experts neerzetten. Dat hebben we niet morgen gerealiseerd, maar we maken mooie stappen. Hiermee willen we de basisondersteuning op scholen verbreden en verstevigen. Met als doel: geen kind het stadsdeel uit.”
Tekst: Marleen Ceelen in opdracht van Zuiver C